Borderline kent twee hoofdkenmerken: extreme verlatingsangst en emotionele instabiliteit. Ontdek hoe dit zich uit richting de naasten.

Door: Jasmijn Couwenberg

(de tekst in dit blogartikel is afkomstig uit mijn boek ‘De narcistische wereld ontvlucht’)

Borderline: verlatingsangst en instabiliteit

Extreme verlatingsangst en emotionele instabiliteit: dat zijn de twee meest typerende kenmerken van borderline, waarmee de stoornis zich tevens duidelijk onderscheidt van andere stoornissen.

De instabiliteit komt naar voren in het zelfbeeld, gedrag, de emoties, stemmingen, relaties, belevingen en interpretaties van alles wat borderliners zien, horen en voelen. Alles wisselt voortdurend en staat bol van de tegenstrijdigheden, wat resulteert in complete chaos en onvoorspelbaarheid. Wanneer het zelfbeeld al instabiel is, heeft dit uiteraard ook zijn effect op wat iemand voelt en doet en op de omgang met anderen. Niet weten wie je bent, maakt het moeilijk om consistent te handelen.

Bij borderline ligt de nadruk op verlatingsangst

De Amerikaanse psychiater John G. Gunderson legde liever de nadruk op verlatingsangst dan instabiliteit (zoals de DSM doet), omdat verlatingsangst de 9 DSM-criteria van borderline met elkaar in samenhang brengt.

Verlatingsangst (1) kan essentieel gelinkt worden aan de overige criteria: borderliners ervaren het alleen-zijn als een verschrikkelijk verlies van het Zelf (3) wat leidt tot een chronische innerlijke leegte (7). Impulsieve acties (4) worden onder meer ingezet om verlating te voorkomen. Dreigt er toch verlating, dan roept dit devaluaties (2), stemmingswisselingen (6), woede (8), zelfverwonding (5) en/of een verlies van contact met de realiteit op in de vorm van psychotische symptomen, dissociatie of paranoïde ideeën (9).

Fysieke en emotionele verlatingsangst bij borderline

Kenmerkend voor verlatingsangst is dat er over het algemeen geen enkele reden is om angstig te zijn. Het kan gaan om een werkelijke of ingebeelde (dreiging van) verlating in fysieke of emotionele vorm. Een fysieke verlating is bijvoorbeeld naar buiten lopen; een emotionele verlating kan een simpel meningsverschil zijn.

Een meningsverschil als schoffering

De Amerikaanse auteur Randi Kreger omschrijft het effect van dat laatste heel treffend in ‘De Borderline-gids’: “Bij mensen met borderline hebben meningsverschillen -zelfs over futiliteiten- een effect dat veel wegheeft van wat diepgelovige ouders moeten voelen als ze horen dat hun kind besloten heeft om met het geloof te breken. Het is niet alleen een vorm van verlating; ze kunnen het ook interpreteren als een schoffering van hun meest dierbare overtuigingen.”

Denk je anders, dan straft de borderliner je

Als je anders dan hen denkt, ben je tegen hen, en als je tegen hen bent, verlaat je hen en vorm je een bedreiging, wat het rechtvaardigt om je te straffen, zo luidt hun denkwijze. “Borderliners willen anderen voorschrijven hoe zij zich dienen te gedragen. Weigert de ander dit, dan heeft dit verregaande consequenties. Ze kunnen de eigenheid van de ander, het verrassende anders zijn, niet aan. Dat de ander niet volledig voorspelbaar en niet programmeerbaar is, is voor hen niet te verdragen. Ze kunnen alleen maar met mensen omgaan die ze in hun regie kunnen opnemen”, aldus Désirée Verweij, hoogleraar filosofie, en Frans Jespers, docent filosofie en ethiek, in hun boek ‘Passie en persoonlijkheid’.

Verlatingsangst bij borderline stamt uit de jeugd

De extreme verlatingsangst stamt uit de jeugd. De Amerikaanse traumaherstelcoach A.J. Mahari legt dit uit. Als er niet of gebrekkig wordt voldaan aan (sommige van) de basisbehoeften van het zeer jonge kind, zoals liefde, zorg, aandacht, respect en hechting, of hij wordt veel of langdurig alleen gelaten, dan voelt hij zich alsof hij er niet toe doet en minderwaardig is. Dat zijn ondraaglijke gevoelens voor een jong, hulpeloos kind: hij zal deze verlating ervaren als een psychische dood.

Primitieve woede als reactie op verlatingsangst bij borderline

Dit roept woede op: dat is het meest instinctieve gevoel en de meest beschermende afweer dat een jong kind kan opbrengen om de ouder te bewegen hem zijn zin te geven. Gevoelens en reacties van woede gaan bij kinderen die borderline zullen ontwikkelen nog vooraf aan de cognitieve en verbale ontwikkeling. Dit is wat borderlinewoede zo primitief, intens, grof en onhandelbaar maakt: emotioneel gezien is de volwassen borderliner nog steeds dat jonge, verwonde kind.*

Verlating voelt als verlies van een ledemaat

Iedere nieuwe verlating, op welke manier dan ook, veroorzaakt een herbeleving (een soort regressie) waarbij anderen worden gezien als de ouder (de dader), en roept zo opnieuw diezelfde woede van toen op, aldus Mahari. Dit ervaren ze als ‘levensgevaar’: (een mogelijke) verlating voelt voor hen hetzelfde als het verliezen van een arm of been of zelfs een confrontatie met de dood, wat een zeer sterke overlevingsdrang activeert.*

Verlatingsangst leidt tot vernietigend gedrag

Wie in gevaar verkeert, heeft enkel nog oog voor zichzelf en is tot álles bereid. Dat verklaart de overdreven, kwetsende en vernietigende acties van borderliners om anderen bij zich te houden. “Ze deed alsof ze haar enkel had verstuikt zodat ik een feestje bij mij thuis zou verlaten. Wonderlijk genoeg kon ze gewoon lopen toen ik bij haar arriveerde”, vertelt Dan over zijn ex-vrouw met borderline.113

Want net zoals een jong kind nog geen onderscheid kan maken tussen een tijdelijke en een permanente afwezigheid van de moeder, kan de volwassen borderliner dit ook niet. Als je buiten hun gezichtsveld bent, besta je in hun beleving niet meer, en raken ze in paniek. Het bevestigt hun grootste angst: verlating. Dit maakt hen voortdurend alert op aanwijzingen dat ze verlaten zullen worden.

Hierdoor hangt de borderlinewoede voortdurend als een donkere wolk boven het hoofd van de naasten. Zij moeten op eieren lopen om een uitbarsting te voorkomen.

Relaties als invulling van hun leven en identiteit

Intieme liefdesrelaties (maar ook ouder-kindrelaties) zijn onmisbaar voor borderliners in een poging het gat op te vullen. Deze relaties vormen daardoor geen aanvulling op, maar een invulling van hun leven en identiteit. De honger naar hetgeen ze vroeger misten, is echter zo groot dat niemand er ooit aan kán voldoen. Het is een bodemloze put die anderen moeten opvullen. Met hun extreme verlatingsangst stellen borderliners hun naasten voor een onmogelijke taak. Ze straffen hun naasten zelfs wanneer die hier niet in slagen. Niemand is ooit goed genoeg voor de borderliner.

Verlatingsangst bij borderline legt een zware last op de naasten

“De borderliner kan niet inzien of begrijpen dat anderen ook maar gewone mensen zijn die fouten maken, en dat ze ook niet alles willen wat de borderliner doet”, vertelt gedragswetenschapper Kees Krijnen in zijn boek ‘Waarom gedraag ik me anders’. Het voelt alsof je als naaste volledig verantwoordelijk bent voor hun leven, en je hen nooit meer (fysiek én emotioneel) mag verlaten, omdat je nu eenmaal in deze relatie zit als zijnde partner of kind. Geen seconde durf je meer aandacht te besteden aan jezelf of iets of iemand anders, omdat het aanvoelt alsof je iemand in ‘nood’ achterlaat.

Aantrekken en afstoten bij borderline

Borderliners verlangen naar een symbiose, maar vrezen deze tegelijkertijd. Ze willen niet verlaten, maar ook niet opgeslokt worden, en omdat ze in uitersten denken, is daartussenin niets mogelijk. Afhankelijk zijn van een ander voelt ‘emotioneel claustrofobisch’ aan. Wie te dichtbij komt, kan hen immers ook aanvallen, waardoor nabijheid óók gevaar betekent.*

Ze kunnen je morgen net zo hard weer wegduwen als dat ze vandaag nog aan je trokken. Vandaag kunnen ze je ten huwelijk vragen en morgen hun telefoon uitzetten omdat ze je niet willen spreken. Niets is wat het lijkt en alles is mogelijk. Dat is eigenlijk in één zin borderline.

Verder lezen?

Download HIER jouw gratis bundel met 4 inkijkexemplaren van mijn boeken en werkboeken over narcisme!